Bij een ontmoeting met een ‘hulpeloos’ weesvogeltje, probeer dan eerst te kijken of de ouders niet in de buurt te zijn. Jonge vogels – al dan niet gevederd – gaan al vroeg op verkenning. Ze houden zich instinctief stil en zoeken beschutting, wachten op de ouders met voedsel. Kijk dus steeds uit naar een nest in de buurt. Dan kan je het jong terug in het nest zetten. Blijf nog even wachten om er zeker van te zijn dat de ouders terugkomen. Jouw geur aan het nest of aan het jong zal de ouders niet afschrikken, jouw aanwezigheid wel dus bekijk het op wat afstand. Als het jong doorweekt, gekwetst of koud is, heeft het hulp nodig. Ook wanneer de ouders al enkele uren niet meer komen opdagen zijn. Zijn er honden of katten in de buurt, dan breng je het jong best binnen in het opvangcentrum.
In volgende gevallen is hulp nodig:
- Watervogels vriezen niet gemakkelijk vast. Door wat voedsel te strooien, moedig je ze aan om te bewegen en zo te oordelen of er hulp nodig is. Is de vogel effectief vastgevroren, bel meteen naar SOS wilde dieren en begeef je zelf nooit op het ijs;
- Vogels die niet op hun poten kunnen staan, met afhangende vleugels of zichtbare vlekken hebben duidelijk verzorging nodig.
- Ook na een aanval van een kat met weinig letsel, kan de kleine wonde ontsteken. Deze vogel heeft dringend een antibioticakuur nodig om te overleven.
- Gierzwaluwen die je op de grond vindt, hebben zeker hulp nodig. Deze vogels leven en doen bijna alles in de lucht, dus hier klopt zeker iets niet.
Nog enkele praktische tips bij enkele soorten:
- Meeuwen en kraaiachtigen kunnen serieus bijten, dus trek zeker handschoenen aan;
- Vogels met een lange puntige snavel (reigers, fuut, aalscholver) proberen naar jouw ogen en gezicht te steken. Een (veiligheids)bril en handschoenen zijn de eerste voorzorg. Draai de kop altijd van je weg bij het vastpakken;
- Zwanen en ganzen kunnen eveneens stevig bijten, maar gaan vooral hun kracht in de vleugels gebruiken om hun ‘aanvaller’ af te weren;
- Zorg voor het transport dat de vogel in een kartonnen doos zit, zeker niet in een vogelkooi waar het dier zich nog meer kan kwetsen.