Het feit dat vossen, marters en roofvogels zich de laatste jaren meer present zijn, is eerder goed nieuws want ze kunnen enkel overleven als er nog iets eten valt. Hun aantallen zijn daarop afgestemd, evenwicht zoals dat heet. Jammer dat het Vlaams beleid noch jager hiervan willen weten: onder de nobele noemer ‘kippenbeschermer’ trekken ze ten strijde tegen het rosse gevaar. Vaak worden vossen als moordlustig bestempeld omdat ze alles doden wat er zich in het kippenhok bevindt. Dergelijke slachting is puur overlevingsgedrag ipv bloeddorstigheid. Een roofdier komt immers in de natuur geen situatie tegen met talrijke ‘prooien’ die niet kunnen wegvluchten. Normaal vluchten ze weg en kan je er hooguit één verschalken. Bij zo’n confrontatie neemt zijn instinct het over en doodt hij alle dieren binnen zijn bereik.
Een andere minder graag gezien gast zijn roofvogels. In het najaar durven jonge of verzwakte buizerds bv zich te vergrijpen aan kippen. Levende prooien vangen valt niet altijd mee als jonge roofvogels hun eigen kost moeten gaan zoeken. Ook bij duivenhouders zorgen roofvogels soms voor bezorgdheid en onbegrip. Nu, al deze roofdieren horen thuis in onze natuur, alleen zijn we het wat verleerd om er mee samen te leven. Vandaar enkele tips: