Een opvangcentrum voor wilde dieren heeft veel middelen nodig om de werking te verzekeren en wilde dieren goed op te vangen. Bovendien evolueert het aantal en het soort dier steeds en dus zit vernieuwen, verbeteren en uitbreiden verweven in de werking van SOS wilde dieren. Voortdurend zijn we bezig om de infrastructuur uit te breiden zodat we beter wilde dieren kunnen opvangen en laten revalideren. Jaarlijks komen er kooien bij of worden deze aangepast naar de nieuwe noden. Evolutie zoals dat heet: 0,4 ha werd steeds meer ingenomen door wilde dieren terwijl de asielhouders die er wonen hun ‘territorium’ steeds meer moesten prijsgeven. De garage werd in 2009 volledig ingericht naar voedselkamer, spoedkamer, eerste opvang en recovery. In de tuin komen jaarlijks verschillende kooiconstructies er bij zodat er meer dieren kunnen opgevangen worden.
Het gebouw
In het gebouw werden volgende voorzieningen ingericht:
- Een secretariaat waar alle administratie plaatsvindt,
- Een intensive care waar dieren na behandeling door de dierenarts bekomen. Deze kleine kooien kunnen uitgerust worden met een warmtelamp of afgeschermd worden zodat de dieren in het donker kunnen rusten,
- De voedselruimte waar alle dierenvoeding en gespecialiseerde mengsels opgesteld staan. De grote hoeveelheden worden opgeslagen bij de diepvriezers;
- De keuken waar ons voedselteam sondes, verse handdoeken, ontsmettingsmiddelen… vinden voor de dagelijkse verzorging van de wilde dieren en deels onderhoud van de kooien;
- De couveuses waar uitgeputte dieren of uitheemse dieren terug op temperatuur kunnen komen;
- De technische ruimte met allerhande gereedschap, vangnetten, transportbakken;
- Speciale kooien voor reptielen (landschildpadden, leguanen, slangen…);
- De recovery ten slotte waar de eerste revalidatiefase plaatsvindt. Dit zijn kleinere binnenruimtes waar we de dieren nauwgezet in de gaten kunnen houden en de eerste stappen zien naar het zelf vinden van voedsel of de lichaamsverzorging. Er zijn ook een tweetal grote kooien voor zoogdieren.
Het terrein
Op het terrein rondom het gebouw hebben we verschillende buitenkooien en uitwenkooien opgetrokken:
- Diverse middelgrote metalen constructies voor allerhande dieren;
- Een zangvogelkooi waar onrustige kleinere en grotere zangvogels gerevalideerd worden;
- Een drietal ruime polyvalente buitenkooien die geschikt zijn voor inheemse en uitheemse dieren;
- Grotere houten constructies voor inbeslagnames, roofvogels en uilen;
- Een binnen marterkooi die hermetisch afgesloten is voor deze ontsnappingskoningen;
- Een buiten marterkooi waar vooral uitheemse marterachtigen verblijven (bv Amerikaanse nerts);
- Een stevige metalen constructie voor uitheemse grotere zoogdieren zoals wasberen;
- Een lage buitenruimte voor landschildpadden of fretten;
- Twee grote uitwenkooien voor reeën, vossen… in bosrijke omgeving;
- De eerste vliegkooi waar de vogels getest worden op hun vliegvermogen;
- Het vleermuizenverblijf waar gerevalideerde vleermuizen leren jagen op levende insecten. Door de zachte wanden is deze constructie ook geschikt voor moeilijke gasten zoals gierzwaluwen;
- Twee koepelkooien waar vooral kraaiachtigen, duiven, ganzen en diverse uitheemse vogels terecht komen;
- De paardenstal ten slotte die kan omgebouwd worden voor bijzonder stressvolle roofvogels zoals sperwers, slechtvalken, wespendieven.