Help ik vind een dier

Onthou dat hoe vlugger het dier de gepaste voeding en zorgen kan krijgen, hoe groter zijn kans wordt naar de natuur terug te keren. Onderneem dus zelf niets en breng het dier zo vlug mogelijk binnen bij SOS wilde dieren. Niet is vervelender om een oproep te krijgen waarbij blijkt dat het dier er al drie dagen zit. Veel dieren zijn dan al uitdroging en uitputting nabij zodat de overlevingskans bijzonder laag is. Vandaar een aantal praktische tips bij het vinden van een dier, EHBO richtlijnen per soortgroep, wat mag/moet en wat mag je zeker niet doen. Bij twijfel neem steeds contact op met ons. 

Tips voor de vinder

  • Observeer het dier aandachtig en van op afstand. Probeer zo te achterhalen of het dier werkelijk hulp nodig heeft. Let op visuele verwondingen, of het dier nat is of als er katten in de buurt zijn. Bij twijfel neem je best contact op met SOS wilde dieren. 
  • Benader het dier rustig en vermijd dat het wegvlucht. Maak zo weinig mogelijk rechtstreeks oogcontact of ga er nooit recht op af want dat is immers heel bedreigend. 
  • Breng jezelf of anderen nooit in gevaar bij het redden van het dier. Gebruik best een deken of een jas om een gekwetst dier te vangen. Pas vooral op voor klauwen (roofvogels, uilen) of van dolksnavels (reigers, spechten). Vertrouw je het niet, bel gerust terug naar ons voor raadgevingen.
  • Don’t try this at home: probeer zelf in geen geval het dier te verzorgen, te voederen of te laten drinken. Gepaste voeding en verzorging verschillen naargelang de soort en zijn behoeften. Onderneem dus zelf niets en breng het dier zo vlug mogelijk binnen in een erkend VOC (Vlaams OpvangCentrum voor vogels en wilde dieren) zoals SOS wilde dieren. Daar beschikken we over de expertise, de ervaring en de vergunning. Bovendien zijn de meeste vogels en zoogdieren wettelijk beschermd en mag je ze niet zonder vergunning in bezit houden, ook niet met goede bedoelingen. 
  • Voor alle dieren die verstrikt zijn geraakt in een net of prikkeldraad, contacteer ons eerst en onderneem niets. Het lospeuteren uit prikkeldraad heeft geen zin gezien er meer kans op verwonding is. Het is zelfs beter om gewoon de draad los te knippen en het dier met draad naar het opvangcentrum binnen te brengen.
 

 

Wat mag en wat niet

  • Dien nooit zelf geneesmiddelen toe. Hoewel ze voor mens of huisdier geschikt zijn, kunnen ze giftig zijn voor vogels en wilde dieren;
  • Maak er geen show van door het gewond dier aan al je vrienden en buren te tonen. Het veelvuldig in de handen nemen brengt extra stress met zich mee en kan de dood betekenen. 
  • Geef geen eten of drinken. Vochtig brood, suiker of melk zijn compleet ondenkbaar. Er zijn ook dieren zoals roofvogels die enkel vocht uit hun prooidieren halen.
  • Plaats het dier in een kleine kartonnen doos, nooit in een kooi en in een duister en frisse ruimte. Door de beperkte ruimte en de donkerte gaat het dier zich rustig houden, in afwachting van zijn overbrenging naar het opvangcentrum. Neem steeds op voorhand contact op met ons. 
  • Verwittig ons steeds op voorhand (per telefoon, nooit per mail) en laat al je gegevens na zodat we je nadien kunnen informeren. Beschrijf ook zo exact mogelijk waar en in welke omstandigheden je het dier gevonden hebt. Deze gegevens kunnen belangrijk zijn bij de behandeling.  
  • Vermijd stress zoveel mogelijk door het dier in de rijrichting te plaatsen, niet te luid te praten en zeker geen radio opzetten tijdens het vervoer. 

Mocht je toch nog vragen hebben contacteer ons dan zeker op 0468/ 28 23 68.